Bron: Dagblad de Limburger

Nieuwe bezems vegen het schoonst. Die gedachte drong zich op toen de Maastrichtse burgemeester Gerd Leers kort na zijn aantreden in rap tempo allerlei hoofdpijndossiers aanpakte. Voor de vrijstaat Vinkenslag zouden voortaan de normale regels gaan gelden en met veel tromgeroffel kondigde de CDA'er plannen aan die de drugsoverlast in de stad tot aanvaardbare proporties moesten terugbrengen. Koffieshops moesten de bebouwde kom uit en geconcentreerd worden op plekken in het buitengebied. Wietboulevards heetten ze aanvankelijk. Inmiddels is de nog liefelijker term 'Coffeecorner' in zwang.

In de brede euforie over de wijze waarmee Leers brak met een cultuur van pappen nathouden, hadden velen te weinig oog voor de complexiteit van het plan. Nu wordt stilaan duidelijk hoe dun de lijn is tussen daadkracht en bestuurlijke overmoed. Het jongste bewijs; de rechtbank die gisteren duidelijk maakte dat de gemeente het huiswerk over moet doen. Tegelijk liet ze doorschemeren dat de gemeente de plannen wel heel goed zal moeten onderbouwen, willen ze ook maar enige kans van slagen hebben.

Op hoge toon heeft Leers de buurgemeenten altijd verweten dat ze niet bereid zijn om mee te denken en te helpen bij het oplossen van dep roblemen, die veroorzaakt worden door de enorme toestroom van drugstoeristen. Hoe terecht dat is, blijft de vraag. Maastricht heeft als stad vlakbij de grenzen een probleem, maar omliggende dorpen als Meerssen, Eijsden en Lanaken hebben daar slechts zijdelings mee te maken.

Zeker, ook hun inwoners gaan voor hun soft- en/of harddrugsbehoefte naar de Limburgse hoofdstad, maar het verzorgingsgebied van de koffieshops en dealers daar reikt veel verder. Het Maastrichtse probleem is ook het probleem van bijvoorbeeld Luik en Lille.

Een positie als centrumgemeente brengt lusten en lasten met zich mee. De aantrekkingskracht van het historische hart en de winkels in Maastricht leidt steeds vaker tot verkeersinfarcten. Toch zullen Burgemeester en Wethouders het ondanks die problemen niet in hun hoofd halen om te pleiten voor het afvangen van deze bezoekers aan de randen van de stad of in buurgemeenten.

Maastricht wekt bovendien op zijn minst de schijn dat het problemen slechts verplaatst en niet oplost. Volgens Leers betekent de erkenning door de rechter van de buurgemeenten "als belanghebbenden", dat ze daardoor ook de plicht hebben om mee te denken aan een oplossing voor de drugsoverlast". Woordvoerder Jo Steinbusch van Eijsden: "We hebben altijd opengestaan voor een dialoog. Het drugsprobleem is een gezamenlijk probleem, dat we ook samen moeten oplossen." Advocaat Stoop: "De uitspraak geeft aan dat alle partijen in overleg moeten om tot een betere oplossing te komen." Josemans: "We zullen weer moeten gaan praten. Als er een betere plek is voor de koffieshops, juichen we dat toe. De plek waartegen nu bezwaar is gemaakt, is niet onze droomlocatie."

"De uitspraak van de rechter betekent uitstel, geen afstel. Ik ben vastberaden en strijdbaar. We zetten door", zo reageert Gerd Leers. "Ik hoop dat nu de voorstanders hun mond gaan roeren. Want ik krijg steeds meer bijval, ja ook uit Belgiƫ. Ik constateer dat we elkaar juridisch aan het uitputten zijn en dat is zonde."

Leers: "Hoewel de uitspraak me niet goed uitkomt, ben ik blij met de kritische houding van de rechter. Hij zegt als het ware dat we aankijken tegen een Euregionaal en zelfs Europees probleem. Voor het oplossen hebben we hulp nodig. Daarom zal ik de uitspraak ook aangrijpen om het kabinet keihard aan te spreken op de mooie woorden in het regeerakkoord, dat grensregio's die drugsoverlast ervaren hulp zullen krijgen." Leers wil extra geld voor meer agenten om de strijd met de drugsrunners nog harder te voeren.